Rhacodactylus leachianus

Rhacodactylus leachianus

Grootte

20-35+ cm

Dieet

Insecten en vruchten

Oorsprong

Nieuw-Caledonië

Luchtvochtigheid

50-70%

Temperatuur

20-26°C

Terrarium

60x45x90

Habitat

Gematigd Woud

Status

Niet Bedreigd

Grootte

20-35+ cm

Dieet

Insecten en vruchten

Oorsprong

Nieuw-Caledonië

Temperatuur

20-26°C

Terrarium

60x45x90

Habitat

Gematigd Woud

Status

Niet Bedreigd

Luchtvochtigheid

50-70%

Rhacodactylus leachianus

Nieuw-Caledonische Reuzengekko

Rhacodactylus leachianus, ook bekend als de Nieuw-Caledonische reuzengekko of Leachianusgekko, is de grootste gekkosoort ter wereld. Deze indrukwekkende gekko komt van nature voor in Nieuw-Caledonië. De leachianus is een robuuste, nachtactieve gekko die in het wild opvalt door zijn formaat en unieke gedrag. Volwassen dieren bereiken doorgaans een lengte van 20–36 cm (inclusief staart), waarmee ze de grootste levende gekko’s zijn. In het verleden sprak men van twee ondersoorten. De mainland subspeces, Rhacodactylus leachianus leachianus en de insular subspeces, Rhacodactylus leachianus henkeli. Vandaag de dag is dit niet meer het geval en spreken we van lokaliteiten. Deze slagen op de afkomst of lijn waarvan het dier afstamt. In gewicht zijn deze gekkos zware jongens: volwassen reuzengekko’s kunnen 200–300 gram bereiken. Het uiterlijk is divers, vaak een gemarmerd patroon van groentinten, grijs, bruin en roze accenten dat doet denken aan korstmossen. Ondanks hun forse bouw hebben ze een relatief korte, dikke staart. Ze staan verder bekend om hun geluiden, ’s nachts kunnen ze blaffen, grommen en piepen om met soortgenoten te communiceren. Door dit vocale repertoire worden ze lokaal zelfs “duivels in de bomen” genoemd. Deze gekko’s zijn nachtactief en brengen de dag doorgaans slapend door, verscholen in boomholtes of dikke takken. ’s Nachts worden ze actief om te jagen en hun territorium te verkennen. In gevangenschap betekent dit dat je je leachianusgekko vooral na schemering zult zien rondkruipen. Het zijn uitstekende klimmers; met hun kleefkussentjes en klauwtjes bewegen ze zich moeiteloos langs verticale oppervlakken. Hoewel ze qua verzorging vergelijkbaar zijn met andere Nieuw-Caledonische gekko’s (zoals wimpergekko’s en chahoua’s), vereist hun grotere formaat een ruimere huisvesting en iets meer aandacht voor details. Ze kunnen bij goede verzorging zeer oud worden, levensverwachtingen van 20 jaar of meer zijn geen uitzondering. Het zijn beslist geen dieren voor impulsieve aankopen; naast hun lange levensduur zijn ze relatief kostbaar en kunnen volwassen dieren een eigenzinnig temperament hebben. Met de juiste aanpak en inrichting zijn Rhacodactylus leachianus echter verrassend makkelijk te houden. Voor liefhebbers die op zoek zijn naar een unieke, grotere gekkosoort biedt de leachianusgekko een fascinerende en lonende ervaring.

Grootte

Een volwassen leachianusgekko bereikt een totale lichaamslengte van gemiddeld 20 tot 36 cm. De precieze grootte hangt sterk af van de lokale afkomst (lokaliteit) van het dier. Mainlands of Grande Terre-dieren behoren tot de grootste exemplaren en kunnen zelfs nog iets langer worden, terwijl eilandvormen zoals de Île des Pins-variant doorgaans kleiner blijven (meestal 25–30 cm). Naast de lengte is ook hun gewicht aanzienlijk: volwassen mainland vrouwtjes wegen vaak 250–300 g, mannetjes iets minder. Eilanddieren blijven lichter, vaak rond 150–200 g. Het is belangrijk te beseffen dat deze gekko’s pas laat volwassen worden. De groeisnelheid is afhankelijk van voeding en temperatuur. Meestal duurt het 3–4 jaar voordat een leachianus zijn volwassen formaat en gewicht bereikt en volledig geslachtsrijp is. Bij de geboorte zijn ze daarentegen heel klein (ongeveer 6–8 cm). Met de juiste voeding en omstandigheden groeien juvenielen gestaag door hun eerste levensjaren heen. Uiteindelijk resulteert goede verzorging in een indrukwekkend grote gekko die een pronkstuk kan vormen in je collectie.

Dieet

Rhacodactylus leachianus is omnivoor, wat betekent dat het dieet zowel uit dierlijke als plantaardige componenten bestaat. In het wild eten deze gekko’s een breed scala aan prooien en plantaardig materiaal. Een groot deel van hun eiwitbehoefte dekken ze met insecten en andere ongewervelden, zoals krekels, sprinkhanen, kakkerlakken en wormen. Grotere exemplaren lusten zelfs af en toe een kleinere leachianus of wimpergekko. Daarnaast eten ze graag zoet, rijp fruit, nectars en bloesem, dit voorziet hen van essentiële suikers, vitamines en vocht. Vruchten zoals banaan, mango, vijg en papaja worden goed geaccepteerd, maar variatie is belangrijk. In gevangenschap stel je voor je leachianus een gevarieerd menu samen dat deze natuurlijke voedingspatronen nabootst. Insecten vormen de basis van de dierlijke voeding. In gevangenschap merken we ook dat deze gekkos lastig levende insecten accepteren. Alle geluk zijn er voedingsmixen beschikbaar. Deze voedingsmixen zijn makkelijk zelf te bereiden en zijn specifiek samengesteld voor jouw gekkos. Deze poeders meng je met water tot een papje. Deze voedingsmixen zijn een totaalvoeding, toch wisselen wij regelmatig af tussen de voedingsmixen en versgemaakte vijgenpap voorzien van het nodige calcium en vitaminen. Onze volwassen dieren krijgen tot drie maal per week voeding aangeboden, in de winter is dit meestal twee keer. Jonge en groeiende gekko’s kun je best wat vaker voeren aangezien ze meer proteïne nodig hebben voor hun groei. Jongen die enkele maanden oud zijn krijgen hier elke dag voeding aangeboden. Zorg er daarnaast voor dat er altijd vers drinkwater beschikbaar is in het terrarium. Gebruik bij voorkeur een ondiep waterbakje dat breed genoeg is zodat de gekko erin kan stappen, maar niet dieper dan de schouderhoogte van het dier zo voorkom je verdrinkingsrisico’s bij jonge of onhandige gekko’s. Ververs het water dagelijks en houd het bakje schoon. Door een gevarieerd dieet met de juiste supplementen aan te bieden, zorg je ervoor dat je leachianus alle nodige voedingsstoffen binnenkrijgt om gezond en vitaal te blijven.

oorsprong

De Rhacodactylus leachianus is endemisch in Nieuw-Caledonië, een eilandengroep in de Grote Oceaan ten oosten van Australië. Binnen Nieuw-Caledonië komt deze soort voor op het hoofdeiland Grande Terre en diverse omliggende eilanden, waaronder het zuidelijk gelegen Île des Pins (Pine Island) en enkele kleinere eilanden zoals de îlots Nuu Ami en Nuu Ana. De verspreiding is dus beperkt tot dit relatief kleine geografische gebied. De soort is echter in verschillende habitats en hoogtezones te vinden, van laaglandbossen tot bergachtige wouden. Het fenomeen “eilandgigantisme” heeft ervoor gezorgd dat deze gekko zich tot zulke grootse afmetingen heeft ontwikkeld op Nieuw-Caledonië. Op deze eilanden waren weinig natuurlijke predators, waardoor de soort in de loop van de evolutie kon “uitgroeien” tot de top van de nachtdieren in zijn ecologische niche. In het verleden werden twee ondersoorten onderscheden: Rhacodactylus leachianus leachianus, de nominale vorm die voorkomt op Grande Terre en Rhacodactylus leachianus henkeli, de eilandvorm die voorkomt op Île des Pins en andere eilanden zoals Nuu Ami en Nuu Ana. De dag van vandaag spreken we over lokaliteiten. Deze lokaliteiten, genoemd naar hun oorsprong, bijvoorbeeld Yate, Mount Koghis, Nuu Ami, Nuu Ana, etc… Vertonen onderlinge verschillen in formaat, kleur en temperament. Zo staan sommige eilandlokaliteiten bekend om hun compacte formaat en fraaie kleuren (bv. Nuu Ami dieren zijn de kleinste en één van de kleurrijkste), terwijl Grande Terre populaties vele groter maar soms minder felgekleurd zijn. Dergelijke lokaliteiten maken de leachianus extra interessant voor kwekers, maar voor de verzorging gelden in grote lijnen dezelfde principes ongeacht de lokaliteit. In hun oorspronkelijke leefgebied geniet de soort een geschikte beschermingsstatus; de IUCN-status is momenteel Least Concern (niet bedreigd). Dit betekent dat de wilde populaties stabiel zijn. Toch is de kans groot dat door het stijgen van de zeespiegel de populatie op Nuu Ami uitgestorven is in het wild.

luchtvochtigheid

Een belangrijk aspect van het terrarium is de luchtvochtigheid. In de vochtige bossen van Nieuw-Caledonië is de relatieve luchtvochtigheid doorgaans hoog, en dat moet in gevangenschap worden nagebootst. Streef naar een luchtvochtigheid van 60% overdag voor het welzijn van je leachianusgekko. Praktisch betekent dit dat de lucht in het terrarium vochtig gehouden moet worden, maar niet continu drijfnat. Overdag mag de vochtigheid gerust even dalen richting ~50–60%, terwijl ’s avonds en ’s nachts een piek tot 80% wenselijk is – dit komt overeen met natuurlijke vochtcycli. Om deze waarden te bereiken kun je dagelijks sproeien met een sproeier of autiomatisch sproeisysteem. Het verdient aanbeveling om ’s avonds of vroeg in de ochtend te sproeien, zodat de vochtigheid ’s nachts hoog is (wanneer de gekko actief is) en overdag geleidelijk wat kan afnemen. Zorg voor goede ventilatie in het terrarium om te voorkomen dat de lucht stagneert of dat er voortdurend een klamme, natte omgeving is. Stilstaande, vochtige lucht kan schimmelgroei en bacteriële infecties bevorderen, waar Rhacodactylus leachianus gevoelig voor kan zijn. Een handig trucje is om bij het sproeien vooral de wanden van het terrarium en de planten te besproeien in plaats van direct de zit- en slaapplaatsen van de gekko. Zo blijft het substraat en decor vochtig voor de luchtvochtigheid, zonder dat de gekko zelf continu nat wordt terwijl hij rust – een nat oppervlak waarop het dier lange tijd zit kan namelijk huidproblemen veroorzaken. In een bioactief terrarium, wat we aanbevelen voor deze soort helpen levende planten en een absorberend substraat mee om de luchtvochtigheid hoog te houden. Planten als Epipremnum (Scindapsus/Pothos), Philodendron, Ficus of bromelia’s gedijen in een vochtig klimaat en vergroten de luchtvochtigheid door verdamping via hun bladeren. Ook een laag bladeren (leaf litter) op het substraat kan vocht vasthouden. Gebruik bij voorkeur kokosvezel als bodemsubstraat, dit houdt goed vocht vast maar droogt met wat warmte en ventilatie sneller uit. Bied dus altijd zowel vochtige schuilplekken (bv. stukken vochtig mos in een schorsholte) als drogere plekjes zodat de gekko kan kiezen. Door deze balans te bewaren houd je je leachianus gezond en ondersteun je probleemloze vervellingen.

temperatuur

Rhacodactylus leachianus komt uit een subtropisch klimaat waar de temperaturen gematigd zijn. Ze verdragen kamertemperaturen goed en hebben geen extreem hoge warmte nodig. Ideaal is een dagtemperatuur tussen 22–26 °C in het terrarium. ’s Nachts mag het best wat afkoelen, richting 18–21 °C, om een natuurlijke temperatuurdaling na te bootsen. Veel huishoudens hebben deze temperaturen van nature al; het is dus in veel gevallen niet nodig om hevig bij te verwarmen. Aan de bovenkant is een maximum van 28 °C aan te houden. Dit geeft merkbaar stress aan de dieren en vergroot de kans aanzienlijk op dehydratatie. Omdat leachianusgekkos voornamelijk ’s nachts actief zijn, zullen ze niet uitgebreid liggen zonnebaden zoals dagactieve reptielen. Toch kan het zinvol zijn om een lokale warmtespot aan te bieden. Bijvoorbeeld een kleine warmtelamp hoog in het terrarium, die één hoek naar circa 28 °C opwarmt. Hierdoor ontstaat een temperatuurgradiënt. Er zijn gevallen bekend van leachianusgekkos die overdag toch even onder zo’n lamp gaan zitten om op te warmen, ondanks hun nachtactieve aard. Dit facultatieve “zonnen” helpt hun metabolisme en draagt bij aan welzijn, mits ze er zelf voor kunnen kiezen. Richt de warmtelamp op een tak of plekje waar de gekko makkelijk onder kan, maar zorg dat er genoeg afstand is zodat de temperatuur op de zitplaats 28 °C blijft en niet heter. Gebruik altijd een thermostaat als extra beveiliging tegen oververhitting. Als alternatief voor een lamp kan een warmtematje op de zijkant of achterwand laag in het terrarium worden geplaatst voor milde achtergrondwarmte, maar let op dat het niet te veel het substraat uitdroogt. Het is raadzaam de temperatuur dagelijks te controleren met een goede thermometer (digitaal met sensor of temperature gun). In de wintermaanden kun je de gemiddelde temperatuur iets laten dalen (bijvoorbeeld dag 20–22 °C, nacht 16–18 °C) om een seizoenseffect te creëren. Veel kwekers passen een lichte winterkoeling toe om de kweekcyclus te stimuleren, maar extreem koel (onder 15 °C) is niet nodig en kan schadelijk zijn. Zorg bij een koele periode dat de daling geleidelijk gaat over enkele weken, en voer ’s winters eventueel iets minder (hun eetlust neemt vaak vanzelf wat af bij lagere temperaturen). In de lente kan de temperatuur dan langzaam weer omhoog richting de normale waarden. Samengevat: houd de omgeving voor je leachianus op een gematigd warm niveau, vergelijkbaar met aangename kamertemperatuur. Voorkom grote schommelingen en extreme hitte of kou. Met een kleine warmtespot en nachtelijke afkoeling geef je de gekko de keuze om zich op te warmen of af te koelen naar behoefte. Dit draagt bij aan een gezond metabolisme en een goede spijsvertering.

Habitat

In het wild bewonen leachianusgekkos de dichte, vochtige wouden van Nieuw-Caledonië. Ze worden vooral gevonden in de hogere boomlagen, vaak boven de 5–8 meter hoogte in het bladerdak. Hier navigeren ze langs boomstammen en dikke takken, gebruikmakend van spleten en holtes in oude bomen om zich overdag schuil te houden Hun schutkleur bestaat uit een patroon van korstmos-achtige vlekken in groentinten, bruin en grijs en laat hen uitstekend opgaan tegen boomschors en begroeide takken. Met hun grijpgrage staart en hechtende tenen kunnen ze zich vrijwel verticaal vastklampen aan oppervlaktes, wat essentieel is voor een leven hoog in de bomen. Binnen hun habitat delen ze het bos met andere gekkosoorten, maar er lijkt een verticale zonering plaats te vinden om competitie te verminderen. Zo prefereert Rhacodactylus leachianus de allerhoogste regionen van het woud, terwijl iets lager soorten als de Chahoua gekko (Mniarogekko chahoua) leven en nog lager de Wimpergekko (Correlophus ciliatus) voorkomt. Dit betekent dat leachianusgekkos in het wild wellicht minder vaak direct concurreren met die kleinere soortgenoten om voedsel of ruimte. Desondanks zijn het individuele dieren met grote territoria, een volwassen koppel kan een boom of groep bomen domineren en soortgenoten op afstand houden door middel van vocale communicatie en indien nodig fysieke confrontaties Mannetjes laten in het broedseizoen hun aanwezigheid duidelijk merken door luide roepjes en door te zwaaien met hun staart en kop om rivalen af te schrikken.

terrarium

Voor een Leachianusgekko is een ruim, verticaal georiënteerd terrarium van groot belang. Deze soort is arboreaal (boomlevend) en heeft voornamelijk hoogte nodig om te klimmen en zich veilig te voelen. Als minimummaat hanteren we 60 x 45 x 90 cm (LxBxH) voor één volwassen dier, en voor een koppel minimaal 90 x 45 x 90 cm. Bedenk echter dat juvenielen in een té groot verblijf gestrest kunnen raken; jonge dieren (<1 jaar) kun je beter eerst in een kleinere, eenvoudig ingerichte hoogterrarium (bijv. 30 x 30 x 45 cm of een faunabox) laten opgroeien en later verhuizen naar het finale verblijf. Een glazen terrarium heeft de voorkeur omdat glas de hogere luchtvochtigheid beter verdraagt en makkelijker te kuisen is dan andere materialen zoals acryl of hout. Bovendien kleven leachianusgekkos goed aan glas met hun pootjes, wat het klimmen vergemakkelijkt. Een voorkant met schuif- of draaideuren is handig voor toegang. Zorg voor voldoende ventilatie, bijvoorbeeld een strook gaas bovenin en ventilatieroosters onderin, om een luchtstroom te creëren. Creëer in het terrarium een complexe driedimensionale omgeving met veel klimmogelijkheden en schuilplaatsen op verschillende hoogteniveaus. Denk bij de inrichting aan de volgende elementen: Robuuste takken en kurktunnels dienen als horizontale en verticale routes waarop de gekko kan klauteren. Leachianusgekkos zijn relatief zwaar en soms wat onhandig; kies dus voor dikke takken en bevestig ze stevig, zodat ze het gewicht van een volwassen dier moeiteloos dragen. Bied meerdere verstopplekken zowel hoog in het terrarium als laag bij de bodem. Hoge schuilplaatsen kunnen bestaan uit holle stukken kurkbast tegen de achterwand of dichte bladerpartijen van planten. Maar plaats ook een schuilhol op de bodem (bijv. een omgekeerd halve boomstam of een grot van kurk), leachianusgekkos worden ’s nachts soms op de bodem aangetroffen en benutten dan graag een lage schuilplaats. Dit dient ook als ideale, beschutte afzetplaats om eieren te leggen. Deze variatie in schuilplekken moedigt natuurlijk gedrag aan en geeft het dier keuzes om zich veilig terug te trekken. Levende planten zijn sterk aan te bevelen in een leachianusterrarium. Ze verbeteren de luchtvochtigheid en geven extra schuil- en klimmogelijkheden. Kies stevige, niet-giftige planten met brede bladeren die het gewicht van de gekko kunnen dragen. Populaire keuzes zijn Scindapsus (Pothos), Philodendron, Spathiphyllum (lepelplant), Schefflera, bromelia’s en varens. Plaats planten in verstevigde potten of direct in het bioactieve substraat. Zorg dat grotere planten goed geworteld zijn of ondersteuning hebben, zodat een klauterende gekko ze niet loswrikt. In een bioactieve setup kun je springstaartjes en pissebedden introduceren als opruimers die het substraat schoonhouden. Meer decoratie kan territoriumdrang ietwat temperen, omdat het zicht beperkt wordt en het terrarium in “deelterritoria” opgedeeld raakt. Rhacodactylus leachianus staat erom bekend territoriaal en soms agressief te zijn, vooral volwassen vrouwtjes. Om die reden is het het veiligst om ze solitair te houden of in een stabiel koppel. Twee mannetjes samen in één terrarium is vragen om problemen. Deze zullen vrijwel zeker vechten om dominantie, met ernstige verwondingen of de dood tot gevolg. Vrouwtjes onderling samenhouden wordt ook afgeraden tenzij het om een zeer groot verblijf gaat en zelfs dan is er kans op ruzie. Een volwassen koppel kan vaak prima samenleven, mits de individuen elkaar verdragen. Introduceer een koppel altijd voorzichtig en bij voorkeur pas zodra beide dieren volwassen en op gewicht zijn. Idealiter plaats je ze eerst in twee aparte terraria naast elkaar zodat ze aan elkaars aanwezigheid kunnen wennen (geuren en geluiden uitwisselen) voordat je ze fysiek samen zet. Het kan nuttig zijn om het terrarium vlak voor introductie geheel te herinrichten of in een nieuw, neutraal terrarium te zetten, zodat geen van beide een territoriale voorsprong heeft. Blijf de eerste dagen (vooral ’s nachts) goed opletten of er geen ernstige conflicten ontstaan. Grommen, blazen en af en toe een stoeipartij kunnen bij het vormen van de rangorde horen, maar ingrijpen is nodig als één dier duidelijk achtervolgd en gebeten wordt. Houd altijd een reserveverblijf klaar om de dieren te scheiden als het misgaat. Blijf dus alert bij het samenhouden van deze gekko’s. Tot slot, streef naar een naturalistisch ingerichte, bioactieve leefruimte. Dit komt het welzijn van de dieren ten goede en vereist minder onderhoud op de lange termijn. Verwijder wel dagelijks uitwerpselen die in het zicht liggen en ververs regelmatig het water. Met de juiste terrariumomstandigheden zal je leachianusgekko zich veilig voelen en zijn natuurlijke gedrag maximaal kunnen tonen.
Rhacodactylus leachianus

Kweek

Kweken met leachianus kan zeer lonend zijn maar vergt geduld en de juiste voorbereiding. Allereerst dienen de fokdieren volwassen en gezond te zijn. Zoals eerder vermeld, bereiken leachianusgekkos hun volledige volwassenheid laat: wacht tot minimaal 3 jaar voor een mannetje en 4 jaar voor een vrouwtje voordat je een poging waagt te kweken Kies je kweekkoppel zorgvuldig, idealiter zijn beide dieren aan elkaar gewend geraakt zoals beschreven bij Terrarium (via geur of zien zonder direct contact). Introduceer het mannetje altijd in het territorium van het vrouwtje of in een neutrale ruimte, nooit andersom (vrouwtjes zijn dominanter). Start de introductie bijvoorbeeld aan het einde van de winter, dan zijn deze dieren minder actief en verloopt de verkenning wat gematigder. Wanneer beide dieren actief en paringsbereid zijn kan het sneller mislopen. Tekenen van interesse zijn onder meer dat het mannetje begint te “roepen” (klakkende of kekkende geluidjes) en met de staart zwaait zodra hij het vrouwtje ruikt. Het vrouwtje kan terugcommuniceren of juist weglopen als ze nog niet bereid is. Laat ze in eerste instantie enkel onder observatie samen. Als er hevige agressie optreedt (bijten, achtervolgen zonder pauze, ernstige staartzwiepen) grijp dan meteen in en probeer het eventueel later opnieuw. Gaat het goed, dan zal een paring meestal ’s nachts plaatsvinden. Tijdens de paring bijt het mannetje vaak in de nek van het vrouwtje om haar vast te houden; lichte bijtwonden kunnen voorkomen. Na een succesvolle paring kun je het koppel doorgaans samen laten voor de rest van het seizoen, mits de harmonie behouden blijft. Een bevrucht vrouwtje zal na 4–6 weken (soms langer) twee eieren afzetten per legsel, net als de meeste gekko’s zijn het bijna altijd twee tegelijk. Meestal zoekt ze hiervoor een vochtig gedeelte van het substraat of legt in een bakje met vochtig vermiculiet/mos als je dat aanbiedt. Zorg dus dat er een legplaats aanwezig is: dit kan een diepere bak met vochtig substraat zijn in een verborgen hoek van het terrarium. Controleer na de vermoedelijke legdatum (gemiddeld 30–45 dagen na paring) regelmatig of er eieren zijn gelegd. Haal de eieren voorzichtig weg om ze kunstmatig uit te broeden. Gebruik een incubatiebakje met bijvoorbeeld vermiculiet of perliet gemengd met water (verhouding 1:1 gewicht). Maak kuiltjes voor de eieren en leg ze erin zonder te draaien (markeer bovenkant van ieder ei met een potloodstip bij het wegnemen). Incubeer de eieren bij een temperatuur tussen 20–26 °C. Bij deze temperatuur komen de jongen doorgaans uit na 60–90 dagen. Houd de incubatievochtigheid rond 70%. Interessant is dat de broedtemperatuur mogelijk het geslacht kan beïnvloeden: men vermoedt dat hogere temperaturen iets snellere ontwikkeling en relatief meer mannetjes geven, terwijl koelere incubatie langer duurt maar meer vrouwtjes oplevert. Veel kwekers hanteren ~22–23 °C om een mooie mix te krijgen en omdat embryo’s bij te hoge temperaturen kunnen verzwakken. Gebruik bij voorkeur een incubator of een constante kamertemperatuur ruimte om schommelingen te vermijden. Baby-leachianusgekkos zijn bij uitkomen ongeveer 8–10 cm lang en volledig zelfstandig. Laat ze na het uitkomen in de incubatiebak totdat hun dooierzakje volledig is opgenomen (en ze eerste vervelling hebben afgegooid). Zet elk jong apart in een eenvoudig ingericht, klein terrarium of faunabox van ca. 20 x 20 x 30 cm. Gebruik kokosvezelsubstraat als bodem en plaats enkele kurkplaatjes of takjes als schuilplaats. Jonkies zijn relatief kwetsbaar en kunnen gestrest raken in grote, drukke omgevingen. Houd de vochtigheid hoog (50–70%) door dagelijks licht te sproeien, en zorg voor voldoende ventilatie. Bied de eerste dagen wat fruitpap aan in een klein dopje om ze op gang te helpen met eten. Jongeren eten doorgaans om de dag kleine porties. Let erop dat elk jong daadwerkelijk voedsel opneemt en niet uitdroogt, hun kleine lichaam verliest sneller vocht. Groepeer jonge dieren niet samen, ook al lijken ze klein: kannibalisme is zeldzaam maar dominantie en staartbijten komen voor als ze samen zitten. Bovendien maakt individuele huisvesting het monitoren van voedselinname en groei veel makkelijker. Tijdens het kweekseizoen (meestal voorjaar tot late zomer) kan een gezond vrouwtje gemiddeld 2–4 legsels produceren. Er zijn uitzonderingen waarbij tot 5–6 legsels per jaar gelegd worden, maar dit legt een grote aanslag op het vrouwtje en is niet altijd wenselijk. Gun haar na 2 of 3 legsels gerust rust, desnoods door het mannetje in het najaar weer apart te huisvesten. Voorzie leggende vrouwtjes van extra kalk (calcium) en voer iets vaker/calorierijker, omdat de eiproductie veel energie en calcium vergt. Al met al vergt het succesvol kweken van Rhacodactylus leachianus toewijding: de juiste koppelselectie, zorgzame introductie, en aandacht voor de eieren en jongen. Maar het moment dat de kleine “Leachies” uit het ei kruipen maakt alle moeite de moeite waard.

verlichting

Goede verlichting draagt bij aan een gezond leefmilieu, zelfs voor een nachtactieve soort als de leachianusgekko. In de natuur worden deze gekko’s weliswaar actief in het donker, maar overdag krijgen ze indirect zonlicht mee terwijl ze slapen in hun schuilplaatsen. Dit betekent dat ze blootgesteld worden aan UV-straling in lage dosissen, wat belangrijk is voor de aanmaak van vitamine D₃ (en daarmee calciumstofwisseling). In gevangenschap wordt daarom aangeraden om UVB-verlichting te voorzien, zij het op laag niveau. Een UVB100-lamp of vergelijkbaar, die een deel van het terrarium van licht voorziet, is voldoende. Zorg dat de gekko altijd de keuze heeft om zowel uit het licht te gaan (schaduwplekken) als zich gedeeltelijk te kunnen “zonnen” onder de lamp. UVB is niet per se verplicht als je consequent vitamine D₃ supplementeert, maar wordt met name voor kweekkoppels sterk aanbevolen voor de gezondheid op lange termijn. Daarnaast is zichtbaar licht belangrijk voor het dag-nachtritme en eventuele levende planten. Wij raden aan om een daglichtlamp of LED-verlichting ongeveer 12 uur per dag te laten branden Dit kan bijvoorbeeld van 8:00 tot 20:00 uur, zodat een natuurlijk dag-nachtcyclus wordt gesimuleerd. Gebruik bij voorkeur energiezuinige LED-bars, deze geven voldoende licht zonder veel extra warmte. Leachianusgekkos zullen tijdens de verlichtingsperiode meestal verscholen zitten, maar het omgevingslicht laat hen hun interne klok reguleren. Planten in het terrarium hebben uiteraard ook baat bij deze verlichting. Zet ’s nachts alle lichten uit om echte duisternis te bieden. De ruimte mag ’s nachts best wat afkoelen en volledig donker zijn; dit stimuleert de gekko om actief te worden. Eventuele verwarming (warmtelamp of mat) kan ‘s nachts uit, tenzij de temperatuur anders onder ~18 °C zou dalen; in dat geval kun je een zwakke achtergrondwarmte laten aanstaan. Samengevat: hanteer een lichtregime van ~12 uur licht en 12 uur donker. Combineer een volspectrum LED met een UVB-bron van lage intensiteit voor optimaal resultaat. Let op dat UV-lampen minstens elke 12 maanden vervangen moeten worden (afhankelijk van type) omdat de UV-output afneemt. Plaats de UV-lamp zodanig dat de UV-stralen niet door glas of dicht gaas worden gefilterd, want dat houdt UV tegen. Een mesh-opening of lamp binnenin het terrarium is ideaal. Door deze verlichting krijgt je leachianusgekko een gezond dag-nachtritme en voldoende UV voor zijn fysiologie, wat uiteindelijk botgezondheid en algeheel welzijn ondersteunt. Vergeet niet dat lampen ook warmte afgeven; monitor dat de combinatie van verlichting en eventuele warmtebron de temperatuur niet te hoog maakt.

Besluit

De Rhacodactylus leachianus is een prachtige, unieke gekko die met de juiste zorg een lang leven in gevangenschap kan leiden. Samengevat heeft deze leachianus verzorging veel overeenkomsten met die van andere Nieuw-Caledonische gekko’s: een vochtig, begroeid en hoog ingericht terrarium, een gevarieerd dieet van insecten en fruit, gematigde temperaturen en een goede dag-nachtcyclus. Dankzij deze overeenkomstige behoeften is de soort – ondanks zijn indrukwekkende formaat – geschikt voor toegewijde beginners die zich goed inlezen, en natuurlijk ook een juweeltje voor ervaren reptielenhouders. Zijn rustige aard (zeker bij vormen als Nuu Ami) en relatief gemakkelijke verzorging maken hem tot een ideale volgende stap voor iemand die bijvoorbeeld al ervaring heeft met een wimpergekko Nieuw-Caledonische gekkos. Natuurlijk brengt het houden van een leachianusgekko ook verantwoordelijkheden met zich mee: je moet bereid zijn te investeren in een groot terrarium en kwalitatieve voeding, en beseffen dat ieder individu een eigen karakter heeft. Sommige exemplaren blijven hun leven lang zachtaardig en tolerant voor hantering, terwijl andere territoriaal of bijterig kunnen zijn. Respecteer daarom altijd het temperament van je dier en forceer niets,een voorzichtig benaderde en juist gehuisveste gekko zal zich het best presenteren. Het kweken met deze soort vergt extra aandacht, maar kan zeer bevredigend zijn als je de gedragingen en voortplantingscyclus van dichtbij mag meemaken. Kortom, de Leachianus combineert het beste van twee werelden: de eenvoud in verzorging van de kleinere Nieuw-Caledonische gekko’s en de wow-factor van een van ’s werelds grootste gekko’s.